Big Tech actiever in de strijd tegen desinformatie

Een aantal maanden geleden was de wereld in de ban van de verkiezingsstrijd tussen Donald Trump en Joe Biden. Naarmate de tijd vorderde, werd langzaam duidelijk dat laatstgenoemde de strijd zou gaan winnen. Zoals wellicht verwacht, gaf Trump zich niet direct gewonnen. Hij sprak zich veelvuldig uit over een oneerlijke verkiezing. Trump beschuldigde de democraten namelijk van grootschalige stembusfraude. Deze beschuldiging werd door hem verder niet ondersteund door argumenten. In plaats daarvan twittert Trump er lustig op los. Dit jaar was er echter wel een groot verschil te zien met de vorige Amerikaanse verkiezingen van vier jaar geleden. Veel van Trumps posts werden ofwel afgeschermd ofwel voorzien van een label dat aangaf dat de post van Trump misleidend was. Deze labels worden geplaatst bij berichten die in strijd zijn met Twitter’s en Facebook’s beleid omtrent verkiezingen. Desondanks heeft dit labelen een beperkte invloed op het bereik van deze berichten. Uit onderzoek blijkt dat de berichten die voorzien zijn van een dergelijk label ongeveer 8% minder gedeeld worden. Dit is ook niet het doel van het labelen. Ze moeten namelijk de feitelijke informatie met betrekking tot het bericht weergeven. Wanneer Trump dus spreekt over stembusfraude, geeft het label weer dat er wetten en regels zijn die het stemmen reguleren om zo de integriteit van de stemprocedure te waarborgen.  In de labels wordt ook aangegeven dat stemmen per post, evenals de gebruikelijke stemmanieren, zelden fraude kent. Facebook en Twitter hebben door middel van het labelen van onjuiste berichten omtrent de verkiezingen een grote ommekeer gemaakt ten opzichte van vier jaar geleden. De grote vraag is echter of dit wenselijk is.

Het labelen van berichten en het afschermen van accounts is namelijk een vorm van zelfregulering. De overheid heeft (zover bekend) geen aanleiding gegeven om dergelijke berichten en accounts te labelen of zelfs te blokkeren. Aan de andere kant is het natuurlijk ook niet wenselijk dat mensen alles geloven wat ze lezen, zonder daarbij stil te staan en zichzelf af te vragen of hetgeen zij zojuist gelezen hebben wel echt waar is. Daarnaast bestaat er ook het gevaar dat men in een fabeltjesfuik belandt, althans zo mooi verwoordt Arjen Lubach het. Algoritmes van social media-platforms zijn namelijk zo ingesteld dat wanneer jij drie filmpjes over vissen bekijkt, het algoritme direct nog vijf filmpjes over vissen laat zien. Dit kan ervoor zorgen dat wanneer de filmpjes niet gaan over vissen, maar over microchips in corona-vaccins, jij wellicht gaat geloven dat er microchips geplaatst worden in corona-vaccins. In dit kader is het dus wellicht wel wenselijk dat Facebook, Twitter en Instagram labels plaatsen met de boodschap: dit is misleidend, pas op!

Deze mogelijke problematiek kent, naar mijn mening, geen goed of fout. Enerzijds is het van belang dat mensen behoed worden voor informatie die hen kan misleiden of zelfs in iets kan laten geloven wat totaal niet bestaat. Aan de andere kant is het van belang dat Big Tech niet nog meer macht krijgt dan het nu al heeft. Facebook is al een wereldspeler op het gebied van technologie, maar mengt zich ook steeds vaker in sociale of politieke discussies. Dat is enigszins ook wel logisch, aangezien Facebook een van de grootste mediaverspreiders is ter wereld. Het is desondanks toch van belang dat bedrijven als Facebook niet te veel zeggenschap hebben. Het blijven tenslotte gewoon particuliere bedrijven. Deze bedrijven zouden niet degenen moeten zijn die deze problematiek behandelen. Het zou wellicht een optie zijn om een onafhankelijk instituut in te stellen die de juistheid van posts en de legitimiteit van accounts controleert. Het is in ieder geval duidelijk dat deze taken niet op het bordje van Big Tech horen te liggen.