De besloten vennootschap met maatschappelijk doel (BVm)

Maatschappelijk ondernemen staat al geruime tijd in de belangstelling. Maatschappelijke ondernemingen zijn zelfstandige ondernemingen die een product of dienst leveren en primair en expliciet een maatschappelijk doel nastreven. Dit in tegenstelling tot ondernemingen die het maken van winst vooropstellen. Hiermee spelen maatschappelijke ondernemingen een belangrijke rol in de transitie naar een meer sociale en duurzame economie. Bekende voorbeelden van Nederlandse maatschappelijke ondernemingen zijn Tony Chocolonely en Fairphone. De meerderheid van de lidstaten van de Europese Unie heeft regelgeving op het gebied van maatschappelijke ondernemingen, of is bezig met het opstellen daarvan.

In Nederland is wetgeving op dit gebied in voorbereiding. In maart vorig jaar is het Ministerie van Economische Zaken een internetconsultatie gestart over een Aanzet tot een wettelijke regeling voor een besloten vennootschap met maatschappelijk doel, de BVm. Deze wettelijke regeling maakt het voor de besloten vennootschap mogelijk om de BVm-status te verwerven. Maatschappelijke ondernemers hebben de vrije keuze om zich te binden aan de wettelijke regeling. Op dit moment kunnen maatschappelijke ondernemers voor dezelfde rechtsvormen kiezen als elke andere ondernemer. Het kabinet ziet het belang van het stimuleren en faciliteren van de activiteiten van maatschappelijke ondernemingen. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat maatschappelijke ondernemingen een gebrek aan erkenning en herkenning ervaren. Om voor derden de herkenbaarheid van de maatschappelijke onderneming te vergroten, wil het kabinet maatschappelijk ondernemerschap ondersteunen met de wettelijke regeling. Ook moet de wettelijke regeling zorgen voor meer erkenning van de maatschappelijke onderneming.

De wettelijke regeling voor de BVm is niet gericht op het wijzigen van het BW, maar op het toevoegen van een nieuwe regeling in een bijzondere wet. De basis van de BVm is de reeds bestaande besloten vennootschap en alle wetgeving die hierop van toepassing is. Volgens de wettelijke de regeling gelden een aantal vereisten voor het verwerven van de BVm-status. De bestuurders van de vennootschap dienen ten overstaan van een notaris de wil te uiten dat deze wet op de vennootschap onvoorwaardelijk van toepassing is. Tevens dienen de statuten van de besloten vennootschap in overeenstemming te zijn met de eisen van de wet. Zo is de BVm verplicht om met haar werkzaamheden een in de statuten omschreven doel van maatschappelijk belang na te streven of te bevorderen, zonder dat die doelomschrijving de mogelijkheid tot het doen van uitkeringen van winst of reserves uitsluit. Een notaris dient in een notariële akte te verklaren dat is voldaan aan de vereisten. Als wordt voldaan aan de vereisten, wordt de BVm geregistreerd in het handelsregister en mag in de handelsnaam de toevoeging “besloten vennootschap met maatschappelijk doel” worden gebruikt.

Bij de Aanzet tot een wettelijke regeling voor de BVm worden echter een aantal kanttekeningen geplaatst. Zo geldt de regeling alleen voor de besloten vennootschap, zodat maatschappelijke ondernemingen in andere rechtsvormen zoals een stichting of coöperatie niet profiteren. Ook gelden volgens de wettelijke regeling summiere en vrijblijvende transparantie- en participatieverplichtingen, waardoor mogelijk greenwashing optreedt. Ondanks kanttekeningen die geplaatst kunnen worden bij de Aanzet tot de wettelijke regeling voor de BVm biedt deze interessante aanknopingspunten voor de verdere discussie over wat we als maatschappij verwachten van onze ondernemingen. Voor welwillende, vooruitstrevende ondernemers voegt de wettelijke regeling een nieuwe mogelijkheid toe, namelijk de vrijwillige weg van de BVm. Het stelt deze sociale ondernemers in staat in vrijheid te experimenteren met nieuwe, sociale vormen van ondernemerschap, op basis van gerechtvaardigd vertrouwen en erkenning door hun omgeving. Naar mijn mening draagt de wettelijke regeling voor de BVm bij aan de grotere discussie over een meer sociale en duurzame economie.

Written by: Celine Vacirca