De groeiende kloof in het abortusdebat

Met de Wet afbreking zwangerschap (hierna: Wafz) kwam er in 1981 een einde aan het abortusdebat in Nederland. Met deze wet werd het mogelijk gemaakt om onder bepaalde omstandigheden abortus te plegen. Er was hevige discussie over de vraag of dit wel ethisch verantwoord was. De stemming in de Eerste Kamer geeft blijk van dit maatschappelijke debat; zo werd de wet destijds met maar twee stemmen verschil aangenomen. Sinds de jaren 80 groeide de abortuswetgeving echter uit als een kenmerk van het Nederlandse liberale en tolerante ethos. Desondanks lijkt de laatste jaren het tij te keren.

Uit de cijfers blijkt dat abortus steeds meer wordt geaccepteerd in Nederland. In 2016 was 72 procent voor abortus, terwijl dit in 2020 zo’n 75 procent was. Toch zijn er steeds meer jongeren die kritischer tegen abortus kijken dan hun ouders. Zo zijn ongeveer 10 procent van de jongeren fel tegen abortus, waartegen dit bij de babyboomer generatie maar 7 procent is. De Nederlandse bevolking wordt in zijn geheel dus progressiever, maar de jongeren opmerkelijk juist conservatiever. Deze jongeren gaan vaker de straat op om hun mening te verspreiden en maken zelfs ‘pro-life’ reclames. Dit geeft aan dat het tegengeluid vooral onder de jeugd weer oplaait. Hoe kan dat, aangezien het juist de jeugd was die in de jaren 70 de straat op ging om abortus te laten legaliseren?

Populaire platforms zoals YouTube, TikTok en Instagram zijn voor jongeren een belangrijke bron van informatie. Een grote meerderheid van de anti-abortus jongeren geeft dan ook aan dat zij op basis van dat soort apps hun mening vormen. Het algoritme in deze apps zorgt ervoor dat zij alleen meningen horen waar zij het eens mee zijn, waardoor zij geen tegengeluid horen en er dus geen echte mening wordt gevormd. Dit draagt bij aan de ‘radicalisering’ van hun standpunt, met grotere verdeeldheid ten gevolge. Ten tweede zijn er anti-abortus organisaties die voorlichtingen geven op scholen. Bij deze voorlichtingen wordt er niet objectief naar de kwestie gekeken, maar proberen de organisaties de kinderen juist te overtuigen van hun standpunt. Hierbij wordt soms zelfs medisch onjuiste informatie gebruikt om dit standpunt over te laten komen. Jongeren leren dus steeds meer over abortus, waardoor hun mening op vroege leeftijd al wordt gevormd.

Aan de andere kant van het spectrum wordt juist gepleit voor een uitbreiding van de regelgeving. In Nederland bestaat de zogenaamde beraadtermijn, een wettelijke plicht om na constatering van de zwangerschap vijf dagen te wachten met de abortus. De gedachte hierachter is het voorkomen van overhaaste beslissingen. Deze regeling wordt echter door velen als fysiek en mentaal belastend ervaren. Er is daardoor een toenemend geluid dat stelt dat deze regeling moet worden afgeschaft. Vooral onder de oudere generatie, die direct of indirect in contact zijn gekomen met de abortuswetgeving, groeit dit geluid. Tevens is er kritiek op de manier waarop de tegenstanders hun mening proberen over te brengen. Zo werden er grootschalig klachten ingediend over de eerdergenoemde pro-life reclames, maar is er ook discussie over zorgverzekeraars die bewust geen abortussen vergoeden. Er bevindt zich steeds duidelijker een tweestrijd in Nederland. Aan de ene kant staan conservatieve jongeren die steeds meer van zich laten horen en wetgeving willen inperken, aan de andere kant een groep die deze juist wil uitbreiden. De anti-abortus beweging wordt in andere landen ook steeds groter, wat zelfs anti-abortus wetgeving ten gevolge heeft. Voorbeelden hiervan zijn de Verenigde Staten en Polen. Hiermee lijkt er een trendbreuk in gang gezet; niet steeds progressiever, maar juist conservatiever. Of dit zorgelijk of juist goed is, doet er voor nu niet toe. Wat er wel toe doet, is dat conservatief conservatiever wordt en progressief progressiever. Dit zorgt ervoor dat de groepen verder van elkaar af gaan staan, waardoor er helemaal geen discussie meer mogelijk is. Voor of tegen, polarisatie is nooit goed. Objectieve voorlichtingen, gegeven door onafhankelijke organisaties zou een stap in de goede richting zijn.

Written by: Hidde Bol