‘DE VIERDE MACHT’: OBSCUUR OF BRUIKBAAR BEGRIP?

De media worden weleens ‘de vierde macht’ genoemd. Traditioneel wordt een onderscheid gemaakt tussen de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht (‘de drie machten’). Wat is dan de taak van de vierde macht ten opzichte van de drie andere machten? De vierde macht is natuurlijk geen onderdeel van de trias politica, of ‘scheiding’ of ‘spreiding der machten’. De term duikt niettemin regelmatig op in de bestuurskunde en de politicologie. In deze disciplines wordt met de term vierde macht vaak gedoeld op een grootschalig ambtenapparaat dat veel invloed uitoefent op de gang van zaken in ons land. Toch wordt met de term vaak genoeg verwezen naar de media (of de pers). Van de media wordt weleens gezegd dat zij een verantwoordelijkheid hebben om de burger te informeren. Media vervullen inderdaad belangrijke functies in de samenleving (een informerende, controlerende functie e.d.). Het moge duidelijk zijn dat een democratie niet goed kan functioneren zonder media die overeenkomstig voornoemde functies opereren.

Het voorgaande kan worden geïllustreerd door te kijken naar de rol van de journalistiek in de samenleving. Neem nu de persconferenties in het kader van de coronamaatregelen. De verantwoordelijke ministers kondigen tijdens deze persconferenties de nieuwe maatregelen aan en journalisten krijgen de mogelijkheid om vragen te stelen over die maatregelen. Veelgehoorde vragen zijn: ‘welke impact zullen de nieuwe maatregelen hebben op ons dagelijks leven?’, en: ‘waarom komt u nu met deze maatregelen?’. De journalist probeert dan inzicht te krijgen in de overwegingen die ten grondslag liggen aan bepaald overheidsbeleid en in de maatregelingen die zullen worden genomen om dat overheidsbeleid te handhaven. Bewindslieden krijgen van journalisten vaak ook vragen die gaan over dat wat is geweest. Niet de vraag naar de te verwachten gevolgen van het nieuwe overheidsbeleid, maar de vraag naar de resultaten van het voorheen geldende (reeds vervallen) overheidsbeleid staat dan centraal. Veelgehoorde vragen zijn dan: ‘heeft de regering te laat ingegrepen’, en: ‘hebben de maatregelen wel iets opgeleverd?’ De journalist ziet de persconferentie ook als een uitgelezen kans om de verantwoordelijke ministers eens stevig aan de tand te voelen over dat wat is geweest en niet zozeer over dat wat komen gaat.

Is vragen naar dat wat is geweest wel wenselijk? De samenleving heeft in tijden van crisis baat bij een overheid die vol goede moed vooruit kijkt en pragmatisch handelt. De ontwikkelingen rondom het coronavirus vereisen steeds nieuwe maatregelen en vaak ook een andersoortige aanpak. Het is van belang dat men niet te lang stil blijft staan bij dat wat is geweest. Dat wat is geweest is immers precies dat: geweest. En dus niet langer beïnvloedbaar. Vanuit het oogpunt van democratische controle is enige reflectie op reeds vervallen overheidsbeleid echter zeker ook noodzakelijk. Democratische mandaathebbers moeten hun taak naar behoren uitoefenen. Fouten maken is menselijk, politici zijn geen robots. Het is echter een kwalijke zaak wanneer democratische mandaathebbers op structurele basis fouten maken en met grove veronachtzaming van de belangen van de burger politieke beslissingen nemen. Het is dus van groot belang dat journalisten kritische vragen blijven stellen, ook al gaan die vragen over rechtspolitieke keuzes uit het verleden en hebben ze betrekking op reeds vervallen overheidsbeleid. Het begrip ‘de vierde macht’ is in die zin geen obscuur begrip, maar juist een bruikbaar begrip dat recht doet aan de werkelijkheid. Laat de vierde macht dan ook de vierde macht zijn.

Written by: Hannes Brown