ETNISCH PROFILEREN DOOR DE MARECHAUSSEE

Allereerst rijst de vraag wat etnisch profileren precies inhoudt. Het betekent dat er gebruik wordt gemaakt van criteria als huidskleur, nationaliteit en etniciteit op opsporing of handhaving, terwijl dit niet objectief uitgelegd kan worden en dus niet ongerechtvaardigd is. Het Europees Bureau voor de Grondrechten komt een jaar na de dood van George Floyd met een rapport over politiecontroles in Europa. Hierbij zijn politiecontroles in de verschillende lidstaten onderzocht. Uit het rapport blijkt dat
Nederland in het slechte rijtje staat wat betreft discriminatie bij politiecontroles. Zo is gebleken dat veel mensen uit Nederland ervaring hebben met etnisch profileren. Volgens Samira Rafaela, D66-Europarlementariër, voeren wij het gesprek rondom racisme echter langzamer in Europa in vergelijking met de Verenigde Staten. Dit zou dan ook de reden zijn waarom de mondige bewegingen in de Verenigde Staten vooralsnog niet in Europa te zien zijn. Daarentegen laat Black Lives Matter wel zien dat er wereldwijd meer aandacht gevestigd wordt op racisme. Onlangs is etnisch profileren opnieuw aan het licht gebracht door de problemen die zich hebben voorgedaan bij de Koninklijke Marechaussee (KMar).

Drie jaar geleden, februari 2020, werd er een rechtszaak aangespannen tegen de Staat door Amnesty International samen met drie andere organisaties en twee individuele burgers. De zaak ging over etnisch profileren door de KMar bij de controles in het kader van de Wet Mobiel Toezicht Vreemdelingen (MTV). Dit zijn controles gericht op de verblijfstatus van personen uit landen van binnen de Europese Unie (EU). Zo mogen er geen grenscontroles worden uitgevoerd binnen de EU. Op deze manier bieden de MTV-controles alsnog een manier om illegaal verblijf in Nederland op te sporen. Volgens Amnesty International is er sprake van etnische profilering, omdat de KMar mensen zou selecteren op basis van hun uiterlijk, huidskleur of etniciteit. Dit zou in strijd zijn met het discriminatieverbod. De eisers onderbouwden hun standpunt verder door een onderzoek van de Universiteit Leiden waaruit blijkt dat de discretionaire ruimte die marechaussees toekomt, gevoelsmatig wordt ingevuld aan de hand van ‘een moeilijk te definiëren onderbuikgevoel waarbinnen etniciteit een prominente rol is’. Er zou dus een algemeen verbod moeten komen op het gebruik van etniciteit bij MTV-controles.

Vervolgens wees de rechtbank Den Haag de vordering voor een algemeen verbod af. Zo zou er op een gerechtvaardigde manier gebruik worden gemaakt van criteria als etniciteit, waardoor dit geen discriminatie oplevert. Persoonlijkheidskenmerken gebaseerd op ras, zoals huidskleur, zouden namelijk altijd in combinatie met andere factoren worden gebruikt en enkel als het noodzakelijk is. Overigens zou iedereen controleren geen redelijk alternatief zijn voor de KMar. Dit betekent dat nationaliteit en etniciteit een belangrijke rol mogen blijven spelen om ervoor te zorgen dat de controles op een efficiënte manier kunnen worden uitgevoerd. De zaak kreeg een bijzondere wending, omdat in november 2021 de KMar zelf stelde dat zij gaan stoppen met etnisch profileren. Dit standpunt lijkt dus haaks te staan op hun eerdere positie bij de rechtbank. Toch ging het Hoger Beroep alsnog door. Zo stelde één van de advocaten van de eisers dat ‘er alsnog een gerechtelijke uitspraak is die etnisch profileren goedkeurt. Ook zou de nieuwe koers van de KMar vragen oproepen over wat dit concreet gaat bewerkstelligen’.

Onlangs, op 14 februari 2023, heeft het gerechtshof Den Haag afwijkend geoordeeld van de rechtbank. Allereerst voerde de Staat aan dat de KMar in beginsel geen gebruik maakt van indicatoren als huidskleur en ras bij de controles, maar dat het wel relevant
kan zijn. Het zou namelijk nodig kunnen zijn als er bijvoorbeeld veel migranten uit een bepaald land komen. Hiertegenover stelt het gerechtshof dat de huidskleur juist van doorslaggevende betekenis is, omdat een persoon om die reden wordt geselecteerd. Daarnaast zou de huidskleur helemaal geen goede indicator zijn om de nationaliteit of herkomst van een persoon te bepalen. Het gerechtshof oordeelt dus dat de KMar een onderscheid maakt op basis van ras. Dit is enkel toegestaan als er bijzondere zwaarwegende redenen voor zijn. Echter, deze zwaarwegende redenen zijn niet aangevoerd door de Staat, waardoor er sprake is van discriminatie. Door deze uitspraak is het dus verboden voor de KMar om bij de controles selectiebeslissingen te nemen die (mede) gebaseerd zijn op ras.

Terugkomend op het feit dat Nederland in het slechte rijtje staat wat betreft discriminatie. De laatste jaren is gebleken dat er inderdaad veel etnische profilering plaatsvindt. Naast de selectiebeslissingen van de KMar, heeft de toeslagenaffaire namelijk ook benadrukt dat de Staat criteria gebruikt bij selectieprocessen die niet objectief te rechtvaardigen zijn. De uitspraak van het gerechtshof is daarmee een stap in de goede richting voor Nederland. Toch blijft de vraag hoe deze uitspraak zich laat
verwezenlijken in de praktijk. Het is immers erg lastig voor burgers om in te zien of zij worden geselecteerd op basis van objectieve factoren of dat er alsnog sprake is van etnisch profileren. Dit betekent dat het wantrouwen tegen de staat vooralsnog blijft bestaan.