Reparatie als uitgangspunt

Onlangs heeft de Europese Commissie een nieuw voorstel aangenomen om zo reparaties van goederen gemakkelijker te maken. De afgelopen jaren is gebleken dat ingeval van gebrekkige producten veelal wordt gekozen voor een nieuw product. Het voorstel wil bewerkstelligen dat er juist wordt gekozen voor reparatie van het ‘oude’ product. “Reparatie is van cruciaal belang om een einde te maken aan het model van nemen, maken, kapotmaken en weggooien, dat zoveel schade toebrengt aan onze planeet, onze gezondheid en onze economie”, aldus Frans Timmersmans, uitvoerend vicevoorzitter voor de Europese Green Deal.

Het voorstel presenteert een nieuw “recht op reparatie” voor consumenten, zowel binnen als buiten de wettelijke garantieperiode. Binnen de wettelijke garantieperiode moet het product verplicht gerepareerd worden, mits dit goedkoper is dan het aanbieden van een nieuw product. Buiten de wettelijke garantieperiode worden er nieuwe rechten en instrumenten geïntroduceerd, waardoor reparatie gangbaarder wordt. Zo zal de consument het recht toekomen om te eisen dat producenten hun producten repareren die volgens EU-wetgeving technisch te repareren zijn. Overigens zal dit producenten ook stimuleren om duurzamere producten te creëren. Daarnaast moeten er een online reparatieplatform komen waardoor consumenten reparateurs in hun buurt kunnen benaderen. Ook moet een Europees reparatie-informatiefolder opvraagbaar zijn bij de reparateur. Dit zou de reparatievoorwaarden- en prijzen transparanter maken.


Dit voorstel behoort tot een bredere doelstelling van de Europese Unie, namelijk om tegen 2050 het eerste klimaat neutrale continent te zijn. Het voorstel zal nu nog moeten worden aangenomen door het Europees Parlement en de Raad.

Volgens hoogleraar duurzaam consumentengedrag Ruth Mugge blijft de vraag wel aanwezig of het doel, meer reparties van ‘oude’ producten, daadwerkelijk wordt bereikt. Zo wordt er volgens haar in het voorstel onvoldoende informatie gegeven over de prijs van de reparaties alsook de reparatieduur. “Je weet niet of reparaties aantrekkelijker worden dan vervanging of de aanschaf van iets
nieuws. Dat is een gemiste kans”, aldus Mugge. Daarnaast wordt er volgens Mugge te veel gedoeld op professionele reparaties. Hierdoor zouden goedkopere producten buiten de boot vallen. Zo wordt het koffiezetapparaat als voorbeeld genoemd door Mugge. Hiervoor ga je niet een reparateur inschakelen, gezien het een relatief goedkoop product betreft. Volgens Mugge zou het wenselijk zijn als apparaten gemakkelijker uit elkaar gehaald kunnen worden en losse onderdelen eenvoudiger verkrijgbaar zijn, waardoor de consument zelfstandig tot reparatie kan overgaan. Echter, het gebrek van het product dient dan wel kenbaar te zijn voor consumenten. Een onderzoek van de TU Delft geeft hiervoor een mogelijke oplossing, namelijk displays inbouwen waarop te zien is wat het defect is.

Het blijft dus de vraag of het nieuwe voorstel daadwerkelijk verandering teweeg zal brengen. Zoals Mugge stelt is het van belang dat consumenten inzien dat reparaties wezenlijk voordeliger zijn dan het aanschaffen van een nieuw product. Daarnaast rijst de vraag of producenten wel zo enthousiast zijn over dit voorstel. Zij zullen hierdoor namelijk minder producten verkopen. Er zal dus ook een drijfveer voor duurzaamheid bij producenten aanwezig moeten zijn om het
beoogde doel te verwezenlijken.